Padel Rijswijk

Padel lijkt een vrij nieuwe sport, maar bestaat eigenlijk al jaren. Het kent een ontstaansgeschiedenis met een oorsprong in Zuid-Amerika, waaide al snel over naar Spanje en verspreidde door de rest van Europa. Het wordt in ons land steeds populairder en het aantal banen groeit. Er zijn er inmiddels al meer dan honderdvijftig. In Rijswijk ligt een aantal geweldige padel banen.

Padel is een snelgroeiende sport die zowel jong als oud aanspreekt. Het is laagdrempelig, maar let op: als je er heel goed in wordt kun je aan (inter)nationale wedstrijden meedoen. Padel wordt namelijk wereldwijd gespeeld. Ook op hoog niveau. Ook goed om te weten dat er in ons land een jeugdcompetitie is en dat er ook rolstoelpadel wordt gespeeld.

Makkelijk: online een baan reserveren

Maar first things first, padel spelen bij jou in de buurt. In Rijswijk kan dat onder andere bij Estate Padel Club, de eerste padelclub in Nederland (op tennispark Welgelegen in Oud Rijswijk), of Plaza Padel waar zeven indoorbanen voor je klaarliggen. Gewoon online een baan reserveren en spelen maar. Hoe? Dat leggen we kort uit.

Met een paar stevige padelschoenen, een padel racket en een bal kun je het spel spelen. De schoenen moeten goede grip en demping hebben om blessures te voorkomen. Het racket is gemaakt van carbon fiber en is voor beginners vooral rond. Dat geeft de meeste kans op het raken van de bal, een bal die wat minder snelheid heeft dan een tennisbal.

Wie meent dat het als tennis of squash is, heeft het mis. Padel kent eigen spelregels. De wanden van de kooi waarin het spel gespeeld wordt, van glas of van hekwerk, doen mee in het spel. Ze zijn drie en vier meter hoog. Die basisspelregels moet je even kennen voordat je je op de padelbaan begeeft, maar deze zijn niet moeilijk. De puntentelling is gelijk aan die bij tennis.

Uniek: twee tegen twee

Een verschil met tennis is echter het feit dat padel in duo’s wordt gespeeld. Je speelt het samen met een maatje tegen een duo aan de andere kant van het net. Je kunt het spel heus met z’n tweeën spelen, met op elke speelhelft één speler, maar dat is dan meer een oefenpotje. Als je in je eentje tegen een tegenstander speelt, speel je op een kleinere baan.